Achter de schermen van de landbouw en voedselsector I: de agro-ecologische transitie

‘De landbouw en voedselsector zijn wijd vertakt en diep geworteld’, zegt Erik op de bus, ‘dat is de slogan van CERA.’ Hoe wijd vertakt die sector is, merken we meteen wanneer we op de boerderij in de polders van Sint-Gillis-Waas in gesprek gaan met Farming4Climate en de bedrijfsleider of boer van IJshoeve de Boey. De veelheid aan factoren, regels, geschiedenis, actoren, wetenschappelijke kennis doet mijn hoofd duizelen. Hier grip op krijgen is een levenswerk. Vandaag wagen we een poging, met een bezoek aan IJshoeve De Boey.

Transitie vraagt sterke managers

Bernard Escoyez, oprichter van Farming4Climate, richt zich op het coördineren of managen van de agro-ecologische transitie. ‘We linken landbouwers aan bedrijven: die laatsten als sponsor van de eersten die de stap durven zetten naar agro-ecologie’, licht hij toe. Maar dat het een proces van lange adem is, blijkt vooral uit het verhaal van landbouwer Marc de Boey. ‘Beginnen is makkelijker dan het oude systeem omgooien. Veel boeren zien die kosten niet zitten. Je mentaliteit moet ook compleet veranderen.’ 

Waarom Bernard dit initiatief startte? ‘Onze kinderen gingen naar de klimaatmarsen in Brussel. Wij vroegen ons als ouders af wat we zelf konden doen.’ Hij werkte jarenlang voor Coca-Cola in binnen-en buitenland. Nu zet hij die ervaring in om Farming4Climate verder uit te bouwen. Toch blijven er vragen hangen: wat is de rol van supermarkten in dit verhaal? Waarom wordt van boeren verwacht de transitie als eersten te maken (en in zekere zin terug te keren naar vroegere landbouwpraktijken) terwijl ze zestig jaar geleden net richting monocultuur werden gestuurd? En hoe houden we agro-ecologische producten betaalbaar voor iedereen, merkt een van de medestudenten terecht op.

De link tussen agro-ecologie en koppigheid

Terwijl Bernard Escoyez ons leert hoe je de grote marktspelers betrekt, is boer Marc de Boey een voorbeeld en pionier van de agro-ecologie in de praktijk. Meer nog is hij een voorbeeld van gedrevenheid, een sterk rechtvaardigheidsgevoel en fijngevoelige eigenzinnigheid. Dat hij nog met twee benen rondloopt, heeft hij te danken aan die eigenschappen. ‘Luister nooit zomaar naar wat ze [in dit geval: dokters] je vertellen’, begint hij zijn verhaal. 

De transitie is geen gemakkelijke onderneming en vraagt visie en volharding. De overheid loopt zelf nog achter, en ook de winstgedreven economie rond landbouw (machines, producten…) werkt vaak tegen, zo legt hij ons uit aan de hand van concrete situaties op zijn boerderij.

Na het gesprek leidt De Boey ons rond in de stallen. De Jersey koeien zijn lichtbruin, met kenmerkende kringen rond hun ogen. Zo schattig. Ze zijn magerder dan de klassieke rassen zoals de Holstein koe en produceren daarom minder melk. Maar de melk heeft voordelen: ze is verteerbaar voor mensen met lactose-intolerantie en bevat meer waardevolle ingrediënten. ‘Agro-ecologie is nog steeds winstgevend. Minder, maar het draait niet langer om zoveel mogelijk koeien en melkproductie. De vraag is hoe verzorg je je koeien, hoe bewerk je je grond.’

De korte keten als redding

Aan het einde van de rondleiding bestellen we allemaal een ijsje in het gezellige winkeltje van IJshoeve De Boey. Daar proef je hun producten met als troef hun ambachtelijke ijs, ook geschikt voor mensen met lactose-intolerantie. ‘De korte keten was onze redding,’ vertelt De Boey. ‘Zonder deze stap in 2015 hadden we het nooit gered en zaten we nu in de schulden.’

Weten waar je melkproducten vandaan komen, kiezen voor voedzamere melk én tegelijk een familiebedrijf steunen door rechtstreeks bij hen te kopen. Ik ben alvast overtuigd van de korte keten en De Boeys moedige verhaal.

Meer info over de boerderij en ijshoeve vind je hier: https://ijshoevedeboey.be/

Vorige
Vorige

Eindpitch voor de AV van vzw M-E Belpaire